Regelmatig bloggen fractieleden van GroenLinks Amsterdam West over hun persoonlijke en politieke ervaringen in Amsterdam West. Deze keer blogt Aäron Moscoviter over bewonersinspraak bij projecten in de openbare ruimte van West. En over hoe je de ideale omstandigheden creëert voor het actief betrekken van bewoners bij de inrichting van de openbare ruimte.

Verkiezingsprogramma & Coalitieakkoord

Het lijkt zo makkelijk, volgens ons verkiezingsprogramma moet de openbare ruimte samen met bewoners worden ingericht:

 

Het mooier, leefbaarder en groener maken van het stadsdeel willen we samen met bewoners doen. Dat levert betere plannen op, die breder gedragen worden. GroenLinks wil dat bewoners actief worden betrokken bij planvorming en beheer, waarbij er eerlijk wordt gezegd dat niet iedereen altijd zijn zin zal krijgen.

GroenLinks is toch coalitiepartij, dus deze werkwijze is toch wel in het coalitieakkoord terecht gekomen? Ja hoor, wees niet ongerust. De formulering is prozaïscher, maar de essentie is overeind gebleven:

 

Bewoners in West weten als geen ander wat belangrijk is voor de leefbaarheid van hun omgeving; daarom betrekken wij hen actief bij de inrichting van de openbare ruimte.

En dan levert GroenLinks ook nog eens de portefeuillehouder, dus dat is kat in het bakkie. Helaas is de werkelijkheid weerbarstiger. Er is bijna geen project in de openbare ruimte waar de stadsdeelraad niet wordt geconfronteerd met een aantal insprekers die vinden dat het stadsdeel niet naar de bewoners heeft geluisterd. Maar is dat wel terecht, houden we ons echt zo slecht aan onze zelf geformuleerde doelen?

De openbare ruimte kan maar 1 keer gebruikt worden

Voor een deel zullen we dat volmondig moeten erkennen. Als overheid moeten we vaak het algemeen belang voor het individuele belang laten gaan. En ja, dat betekent vaak dat er door het stadsdeel randvoorwaarden aan een project worden meegegeven die niet door alle insprekers worden gedeeld. Onze wensen voor vrij liggende fietspaden, groen en goede speelplekken kosten ruimte. Ruimte die niet meer gebruikt kan worden voor andere doelen, zoals parkeren.

Naar vertrouwen toe bouwen

Soms kan het stadsdeel er niets aan doen. Als de bewoners van mening verschillen of met zo weinig meedoen dat ze niet representatief zijn. Een goed voorbeeld hiervan is de planvorming rond het Cremerplein. Op de inspraakavonden waren er maar enkele bewoners tegenover vele ambtenaren. Dan is het niet gek als de verschillende ideeën die bewoners kunnen hebben niet allemaal aan de orde zijn geweest. Heel erg jammer, want zo komen de betere plannen die breder gedragen worden, nooit voor elkaar.

En als de bewoners wel goed vertegenwoordigd zijn, zonder al te grote meningsverschillen? Dan blijken ambtenaren soms ook nog een boel te leren te hebben. Het overleg over het Karel Doormanplein heeft twee keer op springen gestaan. De bewoners vonden dat ze veel te weinig ruimte voor inbreng kregen. Doordat uitgangspunten en randvoorwaarden niet gezamenlijk werden vastgesteld voelden deze als een dictaat vanuit het stadsdeel. De inspraak zou zich daardoor beperken tot de spreekwoordelijke kleur van de wc-tegels. Dat proces is echter radicaal gewijzigd. De uitgangspunten zijn alsnog samen vastgelegd, bewonerswensen en –vragen worden de volgende bijeenkomst serieus behandeld, overgenomen of beargumenteerd afgewezen. Het vertrouwen is nu zo groot dat de afsluitende ontwerpbijeenkomst niet doorgaat. Het is vanzelfsprekend geworden dat de laatst gemaakte afspraken nagekomen worden, daarvoor hoef je niet bij elkaar te komen.

Leerpunten

Na een moeizame start is het Karel Doormanplein een goed voorbeeld geworden van het samenwerken aan een plan. We halen er een paar richtlijnen uit voor het proces:

  • Niet te veel randvoorwaarden vooraf, er moet nog iets te kiezen overblijven.
  • Voldoende budget, ook voor de keuzevrijheid.
  • Leg de uitgangspunten en randvoorwaarden gezamenlijk vast.
  • Voldoende omvang van de bewonersvertegenwoordiging
  • Redelijke mate van gelijkgezindheid tussen bewoners.
  • Neem elkaar serieus en laat dat ook blijken.

 

De komende jaren komen er nog veel herinrichtingsplannen aan. Zouden we het intussen kunnen? Ik verheug me nu al op al die inspraakreacties, waarin de bewoners vertellen hoe goed het proces wel geweest is en dat het resultaat er wezen mag.