Nemo moest haar boeltje pakken. Onlangs dreigde de afdeling Onderwijs van de gemeente de moestuin van de kleine natuurvriendenclub – Nemoland – binnen de hekken van de schooltuinen in het Westerpark te ontruimen. Nemo begon ooit als een radicale wandelvereniging die toegang eiste – en kreeg - tot grasdijken, overwoekerde kerkenpaden en over boerenland. Maar deze club had een clubhuis nodig. Een vrijgekomen dienstwoning op de Mr. Roostuin, een schooltuinencomplex in het Westerpark, bleek een geschikte plek. Het wandelen maakte langzamerhand plaats voor biologisch tuinieren op een aanpalend braakliggend stuk grond van de schooltuinen. Dit alles door het stadsdeel ondersteund en aangemoedigd. Maar die geschiedenis zakte weg en op het stadhuis begreep men een fremdkörper als Nemoland niet goed. Het stond het efficiënt gebruik van de schooltuinen in de weg. Er werd niet gezocht naar samenwerking, co-creatie in hedendaags jargon, maar naar uitsluiting. Het is een gevolg van denken in termen van de samenleving als bedrijf.
Mensen hebben mensen nodig. Dus vormen mensen uit zichzelf netwerkjes, klein en groot. Rondom sport, rondom kinderen, rondom de kerk, rondom tuinieren. Al is het maar voor het dagelijkse praatje over het weer. Dat geldt ook voor de leden van Nemo. Elk menselijk netwerk is van waarde, het geeft zin aan het bestaan. Het kan voorkomen dat het schuurt tussen de verschillende netwerken en netwerkjes. Zo kunnen er binnen de kringen van hondenliefhebbers weliswaar vormen van sociaal contact ontstaat die van belang zijn, maar die op hun beurt mensen die bang zijn van honden uitsluiten van een vrije wandeling over straat en in parken. Dat vergt een overheid die als een goed tuinier zaait, begiet en schoffelt, woekering van bamboe of zevenblad tegengaat en met milde hand de tuin in evenwicht houdt zodat de sterken de zwakkeren een handje kunnen toesteken, waarbij in de ene situatie de ene de sterkere is die in een andere situatie de zwakkere is.
Al veel langer zien we signalen dat de overheid deze rol als tuinier niet begrijpt en topdown ingrijpt om de samenleving aan te harken vanuit efficiency-denken, zoals bij de toeslagenaffaire nog een keer extreem duidelijk werd: de opbrengst van de fraudejacht was taakstellend in plaats van de service aan de burger met krap inkomen. Deze manier van denken lijkt tot in alle uithoeken van de overheid te zijn doorgedrongen. Juist een schooltuinencomplex, waar kinderen leren wat een ecosysteem is, wordt gerund als een monocultuur binnen een wijk met een hek eromheen zonder enige relatie met zijn omgeving. Nemo is een unieke kans omdat ze een toegevoegde waarde kunnen hebben om kinderen kennis te laten maken met biologisch tuinieren. En als buurtbewoners zijn ze een vanzelfsprekende brug naar wijken rondom. Als die kans niet gezien en benut wordt, gaat er weliswaar iets heel kleins verloren, maar wat in zichzelf wel van waarde is. Laten we hopen dat de mediation die de portefeuillehouder erop wil zetten tot een goede uitkomst leidt.