Eind vorig jaar heb ik de uitdaging aangenomen van een aantal ouderen in de Guldenwinckelbuurt om met een team voor hen te komen koken. Dat paste heel goed bij het idee van ‘in deze buurt doe je dingen voor elkaar’. Afgelopen woensdag was het zo ver. Team GroenLinks Amsterdam West kookte met veel plezier voor vijfenveertig ouderen in ‘de buurtkamer van de Guldenwinckelbuurt’, beter bekend als het tweewekelijkse ‘eten wat de pot schaft’.
De Guldenwinckelbuurt is niet zo maar een gemiddelde buurt in Amsterdam West. Een Parooljournalist vond dat blijkbaar ook en volgde een klein jaar een professional van het buurtpraktijkteam. Het werd een verhaal waarin vooral de problemen die de wijk kent werden belicht. Een waar, maar eenzijdig verhaal. Actieve buurtbewoners maakten zich kwaad over dat laatste. Ik ook. Het zal je gebeuren dat je je samen actief in zet voor de buurt en daardoor verandering ziet komen. De leefbaarheid is in deze buurt volgens de stedelijke leefbaarheidsmonitor in twee jaar gestegen van een 6,3 naar een 6,9. En dat die buurt waar je woont vervolgens vooral als probleembuurt wordt afgeschilderd. Het is waar, er wonen veel mensen die veel problemen hebben en die daar hun handen aan vol hebben. Maar de afgelopen jaren hebben veel buurtbewoners ook laten zien dat zij veel - op eigen kracht en samen - voor elkaar krijgen.
De buurtkamer en het ouderennetwerk zijn daar voorbeelden van. De buurtkamer is een bruisende accommodatie die door de bewoners, met steun van de professionals die ook gebruik maken van de ruimte, wordt geëxploiteerd en beheerd. Het ouderennetwerk is opgezet door een buurtbewoonster en samen met de ouderen worden activiteiten zoals het samen eten, het ‘eten wat de pot schaft’, georganiseerd. De formule is simpel. Samen met een ondersteunende welzijnswerkster spreken zij mensen aan die op een of andere manier betrokken zijn bij de buurt. De huismeester van de woningbouwcorporatie, de wijkagent, de buurtcoördinator en dus ook de buurtportefeuillehouder. De ouderen vragen hen een keer met een team de boodschappen te doen en te koken. De buurtbewoners organiseren verder alles zelf. De ouderen die komen eten betalen slechts vier euro en er wordt kostendekkend gekookt. Bij de ‘bewonersinitiatievenpot’ is wat geld aangevraagd voor de huisvestingslasten van de buurtkamer, want die moeten ook betaald moeten worden.
We hebben het mogen meemaken. Blijkbaar is het voor vijfenveertig mensen een bijeenkomst om naar uit te kijken. Het gevaar voor isolement van deze ouderen ligt erg op de loer in deze buurt, maar vanuit deze plek zag je de verbindingen en plannetjes ontstaan. Voor het team kokers was het ontzettend leuk om deze mensen te mogen verwennen én een (gratis) staaltje teambuilding.
De buurtkamer en het ouderennetwerk in de Guldenwinckelbuurt, een prachtig voorbeeld van wat mogelijk is als je mensen ruimte geeft en aanspreekt op hun talenten, ook van ‘dichtbij blijven en steun geven daar waar gevraagd wordt’. Ik hoop dat GroenLinks de kans krijgt om dit beleid in de buurten van West na de verkiezingen voort te zetten.