Op 7 november besluit de gemeenteraad over de toekomst van het stadsdeelstelsel. De coalitiepartijen (PvdA, GroenLinks en VVD) leken het zogenaamde Hoofdlijnen Besluit Bestuurlijk Stelsel te steunen. Kort gezegd komt de inhoud hierop neer: rechtstreekse verkiezingen voor raden van 14 leden, met een bestuur uit hun midden. Maar wat deze raden te vertellen hebben is voorlopig nog niet bekend. Partijen als de VVD willen deze raden in elk geval helemaal uitkleden en dus is het risico torenhoog dat bewoners al bij voorbaat voor irrelevante lokale volksvertegenwoordigers mogen kiezen. En erger nog, het wordt met zo’n onduidelijke bestuurslaag wel heel moeilijk voor Amsterdammers om nog invloed op de politiek uit te oefenen.
Al jarenlang wordt er gesleuteld aan het stadsdeelstelsel en het is zeker nog niet perfect. Maar het wordt wel steeds beter: ambtenaren werken buurtgerichter, de verscheidenheid van Amsterdam wordt bewaakt en versterkt en bewoners hebben via de stadsdeelraden directe toegang tot de politiek die besluiten neemt over hun buurten. En als ze zich niet gehoord voelen, kunnen ze die politici daarop afstraffen bij de volgende verkiezingen.
Nu er is besloten om gekozen deelraden te behouden - maar de taken en bevoegdheden pas later te bepalen - is er ruimte gelaten om deze raden volledig uit te hollen. Maar wat gebeurt er als er direct gekozen deelraadsleden komen die niets te vertellen hebben? Die geen kaders kunnen meegeven over de inrichting van openbare ruimte, welzijn of jeugdbeleid in hun stadsdelen? Bewoners kunnen nog steeds naar die politici toe stappen, maar de deelraadsleden zijn onmachtig om iets met de wensen van bewoners te doen. Dat leidt niet alleen tot verkeerde verwachtingen, en waarschijnlijk nog minder vertrouwen in de politiek die niets voor bewoners kan betekenen, maar ook voor nog meer politiek in achterkamers weg van de ogen van de burger. De beslissingen worden immers vanaf nu in de Stopera genomen en de deelraden zijn niet meer dan doorgeefluiken (of eerder: afweermechanismen) voor de gemeenteraad en het college. En wat heeft het voor zin om die deelraadsleden vervolgens verantwoordelijk te houden voor zaken waar ze toch geen invloed op hebben? Een bestuurslaag met niets te zeggen zet bewoners buitenspel.Amsterdammers verdienen stadsdeel politici die wèl iets te zeggen hebben en dus wèl iets kunnen doen met de wensen en behoeften van hun bewoners. De VVD geeft toe liever de stadsdelen af te schaffen en dus zullen zij vooraan staan om de stadsdelen een lege huls te laten zijn. Dan kan de VVD zich op de borst kloppen dat de overheid kleiner wordt, maar dat daarmee een gedrocht van democratie wordt gecreëerd, daar hoor je de VVD niet over. Want op deze manier moeten 17.500 Amsterdammers samen 1 (relevante) volksvertegenwoordiger delen. Heeft u wel eens samen met 17.499 Amsterdammers de aandacht proberen te krijgen van één persoon?
Misschien biedt het nieuwe regerings akkoord een oplossing? VVD en PvdA willen gemeenten van minimaal 100.000 inwoners creëeren. Blijkbaar is dat de juiste schaal voor de heren Rutte en Samsom. Met ruim 135.000 inwoners zou Amsterdam West groot genoeg zijn om een zelfstandige gemeente te worden. Waarom dan deze haast om de politieke vertegenwoordiging in deze grote stadsdelen te halveren en de mogelijkheid open laten om ze flink uit te hollen?
De meer democratie-lievende partijen in de gemeenteraad moeten de rechtse uitkleding van de democratie op stadsdeelniveau niet toestaan. Door nu in te stemmen met dit Hoofdlijnen Besluit zonder duidelijk te hebben of de nieuwe stadsdeelraden later nog iets te zeggen hebben, neemt de gemeenteraad het risico dat er straks 7 clubjes van 14 mensen komen die doelloos voor zich uit staren en helemaal niets voor de bewoners kunnen betekenen. Zwakke stadsdelen zijn een bedreiging voor onze lokale democratie. Voor echte bewonersparticipatie zijn sterke stadsdeelraden nodig.
Sven Meeder, Fractievoorzitter GroenLinks Amsterdam West