In Amsterdam West willen PvdA, VVD en D66 'straathooligans' te lijf met de nieuwe voetbalwet. "We moeten oppassen dat we niet met een kanon op een mug gaan schieten", zegt de fractievoorzitter van GroenLinks vandaag in Metro. Lees hier het artikel.
Straathooligans met voetbalwet aanpakken
Justus Knoppers, Metro, 10 september 2010
Op het plan om de voetbalwet te gebruiken tegen hangjongeren die voor overlast zorgen in de Jan van Galenstraat in Amsterdam West is verdeeld gereageerd. Voor de VVD was de maat vol nadat eergisteren een glas werd gegooid naar stadsdeelvoorzitter Martientje Kuitenbrouwer in de Jan van Galenstraat tijdens een interview met AT5. Het gebied kampt al langer met grote overlast van een groep jongens. De fractievoorzitter van GroenLinks, de op één na grootste partij in Amsterdam West, ziet niet veel in de plannen. “We moeten oppassen dat we niet met een kanon naar een mug gaan schieten.” De PvdA wil juist de 'straathooligans' met de voetbalwet te lijf gaan. In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is de voetbalwet niet alleen bedoeld om hooligans onder de duim te houden. Elke vorm van overlast kan aangepakt worden met onder andere gebiedsen groepsverboden en een meldplicht. Ook kunnen deze maatregelen preventief worden opgelegd. Sinds 1 september van dit jaar is de wet in werking. De PvdA (8 zetels) zit samen met GroenLinks (7 zetels) en D66 (5 zetels) in het stadsdeelbestuur. D66 is ook voorstander van het gebruik van de voetbalwet. “Je moet elk middel dat er is om de overlast aan te pakken aangrijpen”, vertelt fractievoorzitter Ingeborg Balrussen. Al denkt zij dat hier ook een taak ligt voor de burgemeester. Met de steun van D66, PvdA en VVD (5 zetels) is een meerderheid van de raad voor het gebruik van de voetbalwet. “Het is duidelijk dat er iets moet gebeuren, maar volgens mij heeft de politie al genoeg bevoegdheden om deze jongens aan te pakken”, vertelt GroenLinks-fractievoorzitter Rutger Groot Wassink. Hij houdt nog wel een slag om de arm. “Maar we moeten erg terughoudend zijn met deze wet.”