Het bestuurlijk stelsel houdt me al tijden bezig. Ik heb afgelopen oktober met grote verbijstering kennis genomen van het voorstel van het college bestaande uit D66, VVD en SP om het huidige stelsel – wederom – te wijzigen: hierin wordt voorgesteld om het huidige Algemeen Bestuur te vervangen door ‘adviescommissies’ met nul-komma-nul bevoegdheden. En dat uitgerekend door Democraten66 geframed als ‘minder politiek, meer democratie’. Naar mijn mening is dit juist de doodsteek voor de democratie. Adviescommissies zonder bevoegdheden kunnen geen enkele tegenmacht bieden aan plannen van ontwikkelaars of de gemeente. Bewoners worden de dupe. Dat kan D66 toch niet laten gebeuren? 

In mijn werk als lid van het Algemeen Bestuur behandel ik veel dossiers op het gebied van ruimtelijke ordening. Dit zijn dossiers waarbij bijvoorbeeld een pand een andere functie krijgt. Zeg: een woonblok wordt een hotel, een schuur in een binnentuin wordt omgebouwd tot studentenhokken of een voormalige psychiatrische kliniek wordt omgebouwd tot woonruimte voor jongeren en statushouders. Dit soort wijzigingen kunnen voor omwonenden enorm ingrijpend zijn. Het bestemmingsplan verbiedt dergelijke wijzigingen, maar met een ‘omgevingsverguning’ kunnen dergelijke wijzigingen toch mogelijk gemaakt worden. En bij een volgend bestemmingsplan worden deze wijzigingen geformaliseerd.

In mijn ervaring wil afdeling vergunningen – die hier in eerste instantie over gaat - geregeld nét iets te gretig meewerken aan dergelijke wijzigingen. Hiermee vervult de afdeling haar taak echter correct: checken of iets juridisch kan, een waslijst aan procedures doorlopen en indien daaraan voldaan is, de gevraagde vergunning verlenen. Een geheel technisch proces dus. Bewoners voelen zich vervolgens geregeld overvallen door ingrijpende wijzigingen in hun directe woonomgeving en kloppen verontwaardigd aan bij de lokale politici: het Algemeen Bestuur.

Ambtenaren leggen echter geen publieke verantwoording af voor hun handelen. Dat is ook niet nodig: dat is bij uitstek een taak voor politici. Het is onze taak om een belangenafweging te maken en daarvoor publiekelijk verantwoording af te leggen. En politici beschikken over de nodige ‘bevoegdheden’ ofwel politieke instrumenten om die taak uit te voeren en tegenmacht te organiseren: ik kan mondelinge of schriftelijke vragen stellen, ik kan een onderwerp op de agenda van het Algemeen Bestuur zetten en we kunnen het Dagelijks Bestuur opdrachten geven.

Niet zelden blijkt dat nuttig: soms wordt onder druk van het Algemeen Bestuur ingezet op gesprekken om partijen nader tot elkaar te brengen en succesvol afspraken te maken. Soms worden besluiten onder druk van het Algemeen Bestuur juist compleet van tafel geveegd, zoals recent in de Geuzenstraat. Het Algemeen Bestuur bood tegenmacht aan projectontwikkelaar en Dagelijks Bestuur. En dat unaniem. Meer democratie dus! En totaal niet politiek. Ik waardeer mijn collega’s in West voor een dergelijke a-politieke houding waarin de belangenafweging voorop staat. Met als resultaat ontroerde bewoners: eindelijk kregen zij de belangenafweging die ze verdienden. De macht kreeg tegenmacht. Zo hoort het ook.

Kortom: zorg dat bestuurscommissies instrumenten behouden om tegenmacht te bieden aan plannen van ontwikkelaars of het stadsdeel. Anders is er straks sprake van ‘minder politiek, minder democratie’. En dat zou Democraten66-onwaardig zijn.